Michel Colpaert

Michel Colpaert (23 mei 1913 – 31 juli-1974) behoorde tot de clan van de Colpaerts zoals provincieraadslid René Colpaert en veearts Willy Colpaert, die allemaal veel aanzien hadden bij de boeren.

Michel was van de rundvee-identiteitsdienst; hij moest met inschrijvingskaarten naar de boeren gaan om van iedere koe een paspoort op te maken.

Hij was afkomstig van de Beverenstraat, de laatste hoeve links voor de Ridderstraat, als oudste zoon en –wellicht- een “voorkind”.  Hij maakte de mobilisatie mee in 1938-39 en de veldtocht van 1940.  Hij werd gevangen genomen en op een trein gezet, richting Duitsland.  Er moeten zich daar vreselijke taferelen afgespeeld hebben in die trein: 3 dagen en 3 nachten in volgepropte wagens, zonder eten of drinken.  Eigenlijk is Michel die angsturen nooit meer te boven gekomen, het heeft heel zijn leven getekend.

Na de oorlog, op 11 april 1945, huwde hij met Agnes Vandemoortele (1922 – 2003) uit Rumbeke, een huwelijk dat kinderloos bleef.

Intussen had Michel zich ontpopt tot een duivenliefhebber die alleen maar “top” duiven wilde houden.  Hij kocht o.a. in een verkoping in Brugge nog voor de oorlog de duurste duif.  Ten andere, zijn vader stond ook met de duurste raskoeien (rode) op stal.  De “ambitie” om de beste te zijn.  Na de oorlog haalde hij uitmuntende duiven bij de familie van zijn vrouw in Rumbeke.

Na zijn huwelijk woonde hij in het hoge huis achter de kerk (Kerkplein 6) en speelde er schitterend.  Hij “speelde” ook een vooraanstaande rol in het duivenlokaal “Door vriendschap sterk”, wat oorzaak was van veel roddel.

Ongeveer rond 1949 kocht hij het huis nummer 34 in de Torhoutstraat en bij die gelegenheid vroeg hij of hij een ronde jonge duiven in ’t voorjaar bij ons mocht laten uitvliegen.  Dat gebeurde en vader Pol zorgde buitengewoon goed voor de prachtige collectie.  Als hij verhuisd was, liet wij de jonge duiven overwennen op zijn nieuw hok in de Torhoutstraat.  Sedertdien waren we bevriend en kregen we af en toe wel eens een eitje of een jonge duif.  Dat duurde jaren, tot er een “coup de théatre” gebeurde.

Op een zondag in 1964 (?) speelde Michel op Clermont bij Henri Vanlerberghe en diezelfde dag ook nog in (…).  Hij reed vlug met zijn eerste constateur naar de Statiestraat en liet daar zijn busjes uithalen, terwijl hij zelf zijn bulletin invulde.  Er was daar echter “incognito” een controleur van de KBDB aanwezig, die de overtreding vaststelde en de constateur wilde in beslag nemen.  Buiten Michel was niemand anders aanwezig.  Reeds lang waren klachten naar de bond gegaan, omdat Michel steeds met de twee eerst uitgegeven duiven een aangeduide serie constateerde.  Michel rukte de constateur uit de handen van de controleur en ging ermee op de loop.  Uit vrees, zei hij achteraf, dat “men” met zijn constateur zou knoeien en hem dan de schuld geven.  De bond schorste hem voor 5 jaren.

Michel plaatste daarop een treinwagon op de hoek van de weide van zijn ouderlijk huis, aan het eind van de Beverenstraat, en speelde daar verder op naam van zijn broer Gaston.  Maar het lukte niet meer.  Na verloop van 5 jaren richtte hij zijn eigen hok in de Torhoutstraat weer in.  Maar ook daar lukte het nooit meer.  Hij maakte er veel verdriet in.  Hij rekende op de vrienden van vroeger jaren om aan goede duiven te geraken: het hielp niet.  Hij weet het aan “dikke koppen” en aan “het vliesje” rond het oog, dus een besmettelijke ziekte die niet spectaculair was.  Hij had misschien de ambitie niet meer en de daadkracht om alles op te ruimen en van vooraan weer te beginnen.

Op 31 juli 1974 ging hij, zoals gewoonlijk, zijn middagdutje doen boven.  Er was bezoek om 14 uur en Agnes ging hem roepen.  Ze vond hem dood op zijn bed liggen.  Hartstilstand.  Hij was slechts 61 jaar.

Ik mocht een paar duifjes kiezen van Agnes.  De rest werd “in blok” verkocht.

Had hij bedrog gepleegd?  Ik heb geen bewijzen.  Als hij constateerde, arriveerde er wel telkens een duif.  En hij speelde enorm veel prijzen.  Ik zag een paar keer Henri Vanlerberghe de zondagmorgen bij hem aanbellen.  Waarom?

Ik heb altijd de relatie met hem in stand gehouden, ook als alle liefhebbers hem vluchtten en bespotten.  Maar de jaloersheid speelde ook een grote rol.

Na het overlijden van Michel keerde zijn weduwe terug naar Rumbeke.

Geef een reactie