Ik leerde Frans (6 april 1914 – 31 januari 1992) kennen als secretaris van de KBG, toen ik voorzitter werd. Het was een aangenaam mens om mee samen te werken.
Er ging een zekere voornaamheid van uit. Hij kondigde de optredens aan in de eerste kabaretgroep Herfstvreugde.
Zijn echtgenote was een kordate, zelfzekere vrouw.
Ik heb er veel herinneringen aan bewaard:
- Een KBG reis naar de gistfabriek van Brugge, waar zijn zoon een hoge functie bekleedde en waar we allemaal mochten (…) drinken.
- Een bezoek bij hem thuis; hij was alleen met zijn broer E.P. Walter Verbeke en ze slaagden er niet in hartelijk te zijn.
- Zijn onverwacht ontslag uit de KBG in het jaar (…). Ik stond plots alleen met de kluts.
- Een laatste ontmoeting met hem in de Hazelstraat, een paar weken voor zijn overlijden.
- En de vele, vele vergaderingen die ik samen met hem doorgemaakt heb en waarvan hij telkens weer zegde: “We hebben onze verdomde plicht weer gedaan”.
Nu leeft zijn echtgenote nog altijd in haar huisje, een beetje dement. Een auto-ongeval heeft haar veel kwaad gedaan.