Depuydts kapel

De familie Depuydt bouwde rond 1890 een achthoekig tuinhuisje.  Toen dan, in de jaren tussen de twee wereldoorlogen, bij hen het verlangen opkwam om een Lourdesgrotje te hebben, vooral dan omwille van de opgroeiende kinderen, hebben ze in het jaar 1928 een grotje laten aanbrengen in dat tuinhuisje.  Het geheel is een uniek en eigenaardig monumentje geworden.  Het was aanvankelijk volledig privaat, en niet in verbinding met de openbare weg.  Het gebouwtje is wel meer in de publieke belangstelling komen te staan, toen de scouts in 1963 hun intrek namen in de bijgebouwen van het huis, inmiddels verkocht aan de familie Ameel (Wilro).  De jeugdvereniging heeft er aldus verscheidene jaren voor zorg gedragen en er rond vergaderd.  De grot was toen praktisch toegankelijk voor iedereen.

Die toestand duurde tot 1972.

In de zomer van 2006  was het grotje zeer bouwvallig geworden.  Het prieeltje  werd hersteld, maar het grotje niet meer.

Kloosterkapel

Deze oude kapel werd gebouwd in Romaanse stijl in 1834 door E. H. D’Hooghe.  Ze stond haakrecht op het oude kloostergebouw, en had links en rechts drie vensters.  Het oude Romaanse altaar is waarschijnlijk met het bombardement van de eerste wereldoorlog vervangen door een retabel.  In 1913 werd het huidige klooster gebouwd, en de westkant van de kapel werd toegemetseld.  Langs de oostkant bleven de drie brandvensters bestaan.  Ze stelden O. L. Vrouw van Lourdes, Margaretha-Maria â la Cocque en Sint-Jozef timmerman voor.  De heilige paus Cornelius (251-253) werd er een ganse eeuw vereerd.  Er was een relikwie sedert 1838, en de 16de september was er elk jaar Eucharistieviering en plechtig lof.  De mensen woonden het talrijk bij.  Ze kwamen er dienen voor kinder-  en veeziekten (vooral stuipen).  Er was een verzameling wassen beeldjes die symbolisch opgeofferd werden en aan het beeld van de H.Cornelius werden gehangen.

Een oude altaarsteen van 1861 was in de muur gemetseld. In 1975 werd de kapel totaal gemoderniseerd.  De drie brandvensters werden vervangen door één modern venster.  Het Romaanse gewelf werd verborgen achter een vals plafond. De oude kruisweg werd langs de buitenzijde opgehangen in een aanpalende gang.

Het gebouw maakt nu deel uit van de Middenschool St.-Rembert en doet dienst als schoollokaal.  De altaarsteen bevindt zich in het lokaal van de Heemkundige kring. Een nieuwe gebedsruimte werd ingericht in de westelijke vleugel, grenzend aan de Statiestraat.  Het beeld van de H. Cornelius staat nu in een nis in de nieuwe kapel.

Margarethakapel

Vóór het jaar 1905 stond in de Statiestraat tegenover de kloosterschool het herenhuis van notaris De Saegher.  Ten westen ervan stond er een niskapel ingebouwd in de houten afsluiting langs de straat.  Daarin hing oorspronkelijk een kruisbeeld dat later werd vervangen door een schilderij, waarschijnlijk op doek, van de heilige Margaretha.

In 1905 werd dan een stenen muur gebouwd met het kapelletje dat er gestaan heeft tot 1977.  In het nisje stond een massief beeld van de Heilige Margaretha.  Er was een hekje voor, mettertijd overgroeid van klimop.  Langs buiten was er een gasverlichting aangebracht in de vorm van de letters S en M.  Ze was samengesteld uit afzonderlijke, stervormige lampjes.  Jozef Lootens heeft die gedurende veel jaren moeten ontsteken, elke dag van de Margaretha-ommegang, van zeven tot negen uur ‘s avonds.  Deze gasverlichting dateerde van 1910-1911.  Na de oorlog 14-18 is op een zeker jaar, tijdens de Ceciliadagen, deze gasverlichting afgerukt geworden.  Ze werd later vervangen door veelkleurige lampjes, waarin kaarsjes brandden.  Deze lampjes zijn nu en dan, de een na de ander, gesprongen.

Tenslotte werden er alleen nog twee gewone kaarsen in het nisje ontstoken met de Margarethadagen.  In 1977 werd het domein De Saegher verkocht en kwam er een flatgebouw en een grootwarenhuis in de plaats. Toen werd het kapelletje afgebroken en vervangen door een nisje meer westwaarts van het terrein.  Dat nieuwe kapelletje werd plechtig ingewijd door Mgr. Depoorter op 19 juli 1979. Het staat nu enigszins verstopt achter een haag. De sleutel is zoek en niemand ziet er nog naar om.

De bijbehorende bloemenwinkel “Het Margrietje” heeft bij zijn ingang intussen een Margarethabeeld aangebracht (1978), naast een Mariakapelletje.

Margarethazaal

Deze zaal lag aan de splitsing van de Statiestraat en de Marktstraat, daar waar nu het kantoor van Fortis bank gehuisvest is.  Deze zeer grote zaal werd gebouwd rond het jaar 1900 door de EE. HH. Ryckewaert, Six en Lammerant, onderpastoors, als parochiezaal voor allerlei verenigingen o. a. de congregaties.  Ze deed dienst als dorpskerk in 1918–1919-1920 tot het herbouwen van de ingestorte kerktoren af was.  In 1919 had in de kapel een groot feest plaats.  Monseigneur Waffelaert kwam er de kinderen die twaalf jaar geworden waren tijdens de vier oorlogsjaren het Heilig Vormsel toedienen. Hij arriveerde per koets van Brugge, met grote staatsie, te midden een enorme massa volk.  De koetsier op de bok had veel bekijks.  De kapel deed na 1922, in stilaan vervallen toestand, dienst als patronage t. t. z. ontspanningszaal voor de jeugd en ook als jeugdkerk[1].  Elke zondagvoormiddag was er een speciale jeugdmis.

De Margarethazaal, in de volksmond “Den Tap”, was deelbaar in twee gelijke delen door een groot rolluik.  Er achter bevond zich een speelplaats.  In het tweede deel bevonden zich allerlei spelen; in het voorste deel was er een altaar en een preekstoel.  Zo nodig kon de zaal één geheel vormen.

De Margarethazaal werd verkocht en afgebroken in 1969. Er kwam een bankgebouw in de plaats, dat momenteel leeg staat.

[1] In die tijd was de Potteriezaal (Potteriestraat), een privé-eigendom van de familie Deurinck, gebruikt door sociale verenigingen, doch nooit voor de eredienst.

Sint-Jozefskapel

De kapel van het rustoord werd in 1845-46-47 gebouwd en de 15de oktober ingewijd door Z. E. H. Willaert, deken van Torhout.  Een half verheven afbeelding van Sint-Jozef, rustend op zijn sterfbed, was aangebracht in het voetstuk van het altaar.  Het schijnt dat in de 18de eeuw in onze streken de beelden van Jezus, Maria en Jozef, liggend op hun grafsteen, zeer verspreid waren.

Vanaf 1850 mocht men er zijn zondagse plicht vervullen, mede ook omdat toen de parochiekerk te klein was voor de bevolking.  In 1851 werd er een kruisweg in geplaatst.  Er was een prachtig rozetvenster in de gevel aan de oostzijde boven het altaar.  De zijvensters waren van brandglas (gekleurde ruitjes in lood gevat).  In ronde nissen waren er borstbeelden van de Heilige Petrus, Johannes Berghmans, Maria Magdalena en Barbara.

In 1914 werd het originele klokje weggenomen door de Duitsers en nadien vervangen door een ander.  In 1933 hebben er de vijf kisten met de slachtoffers gestaan toen Xaveer Baert zijn huisgezin om het leven had gebracht.  Van daaruit vertrok de begrafenisstoet onder enorme belangstelling naar de kerk.

Sint-Jozef werd er op bijzondere wijze vereerd op de woensdag en de zondag in maart.  In de jaren 1940-1950 was de devotie nog zo sterk dat er 200 à 250 mensen het lof bijwoonden.

De kapel werd afgebroken in 1967.  Veel mooie dingen werden daarbij gebroken of gingen verloren, maar het kruis is nu in het lokaal van de Heemkundige Kring.  Wat verder in de Statiestraat, richting station, werd een nieuw rusthuis “Sint Jozef” gebouwd in 1965, dat ook een kapel bevatte.

Ondertussen werd ook dit rusthuis (in twee fazen, tussen 2010 en 2012) afgebroken en vervangen door het Woonzorgcentrum ‘t Hof. Er is geen kapel meer, maar wel een “polyvalente ruimte”, waar in het weekend nog een misviering plaats vindt.

Mariagrot

Deze Mariagrot stond aanvankelijk op het domein van het Godshuiscomplex (ouderlingengesticht, wezengesticht en klooster). Met de afbraak in de jaren ’60 kwam ze toegankelijk vanuit de Statiestraat. Ze wordt nog steeds heel goed onderhouden.