Op veel hoeven van de streek vindt men nog een geheime bergplaats, die haar oorsprong vindt in de tijd der Franse overheersing. Ze bestaat meestal uit een nis die kan afgesloten worden, en waarin ooit een soort altaar geweest is, waar een priester kon celebreren terwijl de gelovigen op een aanpalende zolder de H. Mis konden volgen. Hoewel het niet meer nodig was na 1815, zat de drang tot verbergen zo diep bij veel hoevebewoners ingeworteld, dat ze toch opnieuw telkens weer voor zo’n nis zorgden, tegen dat er weer slechtere tijden zouden komen. En vaak werd die nis nog voort als een soort heiligdom behandeld. Zeer oude beelden, meestal Mariabeelden, bleven daar bewaard, en ook wel kandelaars, varens en kunstbloemen. Tijdens de twee wereldoorlogen dienden deze nissen tot het verbergen van personen en van voedingswaren.
De hoevebewoners geven echter niet graag hun “geheim” prijs.