Veel jaren geleden leefde er in Lichtervelde een arme stoelvlechter met een talrijk huisgezin. Er werd zwarte armoede geleden. Toen de nood een hoogtepunt bereikte, besloot de man op oudejaarsavond de voorspraak in te roepen van de Gulden Lieve Vrouwe van Wijnendale. Toen trok hij op door nacht en ontij, en wanneer het op de kerk van Sint-Pieters middernacht sloeg was hij aan het bidden in het kapelletje van Wijnendale.
Hij kwam getroost thuis, en van die dag af heeft het hem nimmer meer aan werk ontbroken; hij kreeg er zoveel dat hij er zelfs kon doorgeven. Vanaf die nacht ontstond het gebruik op nieuwjaarsnacht, weer of geen weer, op te trekken naar het kapelletje van Wijnendale en er Onze Lieve Vrouw zalig nieuwjaar te wensen.
(vrij naar R. Haelewijn)