Bijna een eeuw lang werd de aankomsttijd van een duif geregistreerd met een mechanische klok. Mechanische klokken lopen niet perfect (als ze onderweg al niet eens stilvallen). Sinds omstreeks 2000 kwamen er elektronische klokken in voege. De nauwkeurigheid van deze klokken was al stukken beter (als de batterij niet plat was), maar nog niet perfect.

Bij de inkorving wordt een mechanische of elektronische klok geijkt met een moederklok in de club. Bij de uitlezing van de aankomsten (de “afslag”) wordt het verloop van de klok ten opzichte van de moederklok bepaald. Dit verloop moet dan teruggerekend worden naar het tijdstip van aankomst van elke duif om hierop een correctie toe te passen.